Rondzendbrieven

 

De Franstaligen in Voeren krijgen dus binnenkort voor het eerst een Nederlandstalige oproep voor de gemeenteraadsverkiezingen. Ze kunnen een Franstalige aanvragen. Tot voor een aantal jaren kregen zij gewoon een Franstalige oproep.

 

Deze verandering kadert in het Vlaamse uitdovingsbeleid in zake de faciliteiten voor Franstaligen in de taalgrensgemeente Voeren. De Vlaamse ideologie (Vlaanderen is één-talig Nederlandstalig) wordt in de vorm van decreten (wetten op het Vlaamse niveau), de zogenaamde Rondzendbrieven, gegoten en het ontmoedigingsbeleid dat daaruit volgt maakt keer op keer duidelijk dat Vlaanderen blijkbaar liever geen autochtone Franstaligen op haar grondgebied heeft. De Franstalige Voerenaren willen dat die Rondzendbrieven naar de prullenbak verhuizen.

 

De meerderheid van de Belgische bevolking in Voeren is Franstalig en zij beleven deze Rondzendbrieven terecht als pesterij. De gewone Vlaamse Voerenaar vindt die Rondzendbrieven ook nergens goed voor. Burgemeester Broers zegt in een van zijn vorige reakties dat hij als bestuurder niet altijd ‘ja’ kan zeggen.

Ik ben het voor een keer helemaal met hem eens. Een verstandige burgemeester, die niet toelaat dat Vlaanderen een groot deel van de bevolking van zijn gemeente pest en dus ‘nee’ zegt tegen een hogere overheid, is in Voeren inderdaad op zijn plaats.

 

Of wil Broers alleen ‘nee’ verkopen aan Voerenaren en durft hij dat niet aan Vlaanderen te zeggen ? Ik blijf dat vreemd vinden, want hij is toch door Voerenaren verkozen om de gemeente te besturen. Hij is toch niet door de Vlaamse overheid in deze taalgrensgemeente geplaatst om het Vlaamse uitdovingsbeleid te realiseren.

 

Broers is verkozen door Vlaamse Voerenaren en Nederlanders. Ja, door Vlaamse Voerenaren die de bovengenoemde Vlaamse Rondzendbrieven niet nodig vinden en er blijkbaar nu pas beginnen achter te komen dat de faciliteiten dus altijd al alleen voor de burgers golden en niet voor de Franstalige verkozenen. Zij zeggen dit niet juist te vinden. Zij weten dat Franstaligen onder de 40 geen Nederlands kennen.

 

Ik kan echt niet anders dan concluderen, dat Broers zijn achterban niet volledig en niet juist informeert en dus stemmen krijgt voor een taal-beleid dat door zijn achterban, als deze daarover wel geïnformeerd wordt, niet gedragen wordt.

Elke burger moet goed beseffen dat een politicus niet verplicht is om de burger juist en volledig te informeren. Het is aan burger om de daden van degene waarop hij stemt goed in de gaten moet houden. En het is aan de burger om aan het eind van de rit de evaluatie te maken. Wanneer de kandidaat van zijn keuze aan de verwachtingen voldoet, stem je weer op hem. Wanneer dat niet het geval is, moet je een andere keuze maken.

 

In Voeren is de evaluatie van de verkozen mandatarissen veel ingewikkelder dan in een gewone Vlaamse, Waalse of Nederlandse gemeente. De burger moet naast het beoordelen van het gemeentelijk beleid van de meerderheidspartij Voerbelangen ook een evaluatie van het overheidsbeleid van Vlaanderen t.a.v. de Franstalige minderheid maken. Welke keuze moet je maken als je enerzijds vindt dat Voerbelangen een goed gemeentelijk beleid gevoerd heeft als je anderzijds wel grote problemen hebt met de pesterijen van de Vlaamse overheid naar de Franstalige mede-burger toe ? Ik heb, als sociaal-democraat, mijn gekende keuze gemaakt en wel omdat de Vlaamse taalpolitiek zwaar onder druk staat van het Vlaams Belang, de extreem-rechtse partij die een kwart van de Vlaamse stemmen heeft.

 

Burgemeester Broers is geen enkele keer op deze weblog ingegaan op de inhoud. Broers wil zelf dus niet informeren over zijn CD&V (Christendemocraten)/NVA(Extreme Vlaamse Nationalisten) taalpolitiek. Weet hij dat een groot deel van zijn eigen achterban zijn taalbeleid nooit zal belonen met een stem zo gauw hij daar ronduit voor uitkomt ? Zolang hij erover zwijgt, kan hij erop hopen dat de Vlamingen en de Nederlanders het werkelijke probleem in Voeren ‘vergeten’ en om andere redenen op hem of zijn partij stemmen.

Ik blijf deze weerzinwekkende en huichelachtige volks-verlakkerij ronduit afkeuren.

 

Burgemeester Broers, you may fool all the people some of the time ; you can even fool some off the people all the time ; but you can’t fool all the people, all the time ! 

 

Bep Mergelsberg, secretaris Partij van de Arbeid, afdeling Sittard-Geleen.

4 réflexions sur « Rondzendbrieven »

  1. Mevrouw Mergelsberg is niet mee met de tijd. Wat er nu in Vlaanderen gebeurt, doet men in het Waalse landsgedeelte al sinds 1963. Ook in de taalgrens- en faciliteitengemeenten. Er is echter een groot verschil: daar wordt dit aanvaard. Heeft mevrouw zich al eens afgevraagd waarom noch de federale regering, noch de Waalse regering, noch de Franse Gemeenschapsregering tegen de nieuwe omzendbrief van minister Keulen hebben gereageerd? Omdat ook zij taalvrede willen in België op basis van duidelijke omschrijvingen. Laat dat voor haar duidelijk zijn. Bovendien wens ik er iedereen aan te herinneren dat het vorige Voerense bestuur (meerderheid retour à Liège, de partij van Mevrouw Mergelsberg) het nooit nodig achtte om als bestuur bezwaar in te dienen bij de Raad van State of het Arbitragehof. Waarom lieten ze die kans voorbij gaan? God mag het weten. Ik heb het nooit begrepen of het moest zijn dat hun advocaten hen toen al zeiden dat er weinig kans op slagen was. Maar nogmaals, ik heb hun verdedigingsstrategie nooit begrepen. Had Bep, hadden haar vrienden dan verwacht dat ik dat ik hun plaats zou gedaan hebben?
    Kijk mevrouw, sinds ik Voeren bestuur is er geen enkele klacht meer geweest over taalproblemen. Behalve een enkele van steeds dezelfde leiders van Retour à Liège.Maar, echt waar, geen enkele van een Voerense inwoner! Dat kan slechts twee zaken betekenen: ofwel zijn ze akkoord met mijn beleid, ofwel ontvang ik elke Voerenaar in zijn taal. Want, in tegenstelling tot Bep voer ik geen opruiende campagne en heb ik de taalproblematiek naar de achtergrond verschoven. Zij begint er weer mee. Zonder succes uiteraard. Want, de Voerenaar is bijzonder blij met de rust. Dat is het enige criterium dat voor mij telt en niet de onzin die sommigen schrijven en uitkramen. Ik laat mij niet vangen door de taalpolitiek en probeer die vooral op hoffelijke wijze toe te passen waardoor elke Voerenaar in zijn taal geholpen wordt op het gemeentehuis. Dat is de essentie van het verhaal. Niet de omslachtige uitleg van Bep. En in de gemeenteraad houd ik mij inderdaad strikt aan de wetgeving die ook al bestond ten tijde van mijn voorgangers. Mag ik in dit verband even wijzen op de wetgeving die stelt dat elke rechtstreekse verkozene in de gemeenteraad (raadsleden en schepenen) het « onweerlegbare vermoeden van de taalkennnis » van het Nederlands heeft. Waarom zou men in een andere taal moeten gebruiken als iedereen die er zetelt toch onweerlegbaar het Nederlands kent? Ter herinnering: deze passage in de wet is er gekomen op voorstel van de Waalse ministers en parlementairen, al dan niet op voorstel van onze Franstalige collega’s.

  2. Vous savez très bien pourquoi nous n’avons pas déposé de recours au Conseil d’Etat contre les circulaires: cette institution flamande ne nous inspire aucune confiance.
    Vous savez aussi pourquoi les conseillers communaux ont obtenu la connaissance irréfragable du néerlandais: ils sont ainsi mis à l’abri de ce que José Happart a connu au conseil d’état (flamand, évidemment).
    Pas une plainte pour raison linguistique? La Commission permanente de Contrôle linguistique a au moins ouvert 90 dossiers concernant Fourons depuis 2001.
    Votre Agence Locale pour l’Emploi refuse d’appliquer l’avis de la Commission permanente de Contrôle linguistique, comme le gouvernement flamand d’ailleurs.
    Dites la vérité, Monsieur Broers.

  3. Il est tout à fait faible de toujours chercher la faute chez d’autres (p.e. l’oublie d’une plainte au conseil d’état). Et concernant les plaintes, je tiens à répéter que je m’occupe de ma commune et que je constate qu’il n’y a presque pas de plaintes contre celle-ci. Ne mettez pas tout dans la même boîte, monsieur. Vous essayez de tromper les gens, mais ils en savent plus!

  4. D’abord je vous transmets une réaction en patois de Bep: « Doe, Huub, bis d’r lètste è Voere dae wèt wat de luuj deenke en wille. En dao has-te ‘t och nao gemakt!

    Bep Mergelsberg »

    *

    Quand H. Broers était au cabinet Vandenbrande, il se vantait de sa participation très active à la rédaction des circulaires qu’on connaît. Maintenant, il ne veut pas qu’on lui mette l’ensemble des plaintes sur le dos. Il faudrait savoir ce qu’il veut et surtout ce qu’il voulait à l’époque: dégouter les francophones pour les amener à s’adapter ou les faire partir. Il a partiellement réussi, mais, comme chez Astérix, il reste encore un noyau d’irréductibles qui veulent reconquérir la LIBERTE.
    *
    H. Broers nous soupçonne d’avoir oublié d’aller au conseil d’état? C’encore encore de l’intox de la part de H. Broers. Nous avons des P.V. de nos réunions internes qui montrent que nous en avons discuté et que nous avons choisi de ne pas donner l’occasion aux juristes flamands du conseil d’état de nuire une fois de plus.

Les commentaires sont fermés.